Carbontivity

Over inkt en het koolstofatoom 
Een korte introductie bij de expositie ‘INKISM’ in DeFKa.

Het had mij enorm leuk geleken om op deze plek allerlei diepgaande kunsttheoretische en -filosofische verhandelingen te poneren om mijn tekeningen te duiden en te voorzien van enige intelligente context. Ik zou van alles kunnen vertellen over het artistieke proces dat ten grondslag ligt aan deze tekeningen, van alles kunnen beweren over het romantische lijden dat het kleine goddelijke vonkje veroorzaakte die de beelden aan de muren hebben opgeleverd. Of beschrijven welke quasi-wetenschappelijke theorietjes, zoals semiotiek, gestaltpsychologie en de esthetica van Kant en Hume, ik heb gebruikt als voedingsbodem voor mijn werk. Maar dat doe ik niet. In plaats daarvan wil ik je een gedachte meegeven over inkt en het koolstof atoom.

Over mijn tekeningen zijn twee voor dit verhaal belangrijke opmerkingen te maken. Het eerste is dat de meeste tekeningen zijn opgebouwd uit honderden, zo niet duizenden kleine stipjes. Het tweede is dat deze stipjes zijn gemaakt met kroontjes pen en Oost-Indische inkt.

Deze vorm van inkt wordt al eeuwenlang gebruikt. Volgens sommige bronnen werd Oost-Indische inkt zo’n 3000 jaar geleden al gebruikt in China. De moderne versie van deze inkt die ik gebruik bestaat uit schellak vermengt met zwart pigment zoals lampzwart of beenderzwart. Dit pigment is het residu van de verbranding van koolstofhoudend materiaal, zoals beenderen in het geval van beenderzwart. In feite zijn het kleine roetdeeltjes die zijn gevormd uit het zesde element uit het periodieke stelsel: het koolstofatoom. 

Het koolstofatoom is van alle 118 elementen, naar mijn mening, het meest fascinerende atoom dat er is. En niet alleen omdat het in mijn potje inkt zit. Koolstof is het meest flexibele atoom dat bestaat en kan enorm veel verschillende verbindingen aangaan met andere elementen waardoor moleculaire complexiteit mogelijk is. Het koolstofatoom is het meest promiscue atoom! Zonder het koolstofatoom zou zo’n 95% van alle materie niet bestaan en dan zou er ook geen leven en evolutie mogelijk zijn geweest. Dan zouden er geen hersenen bestaan, was er geen cultuur en zouden er nooit tekeningen zijn gemaakt.

Door die vele mogelijkheden speelt koolstof, vaak zonder dat wij het doorhebben, een belangrijke rol in ons dagelijkse leven. Zo bestaat ons lichaam op atomair niveau voor ongeveer 23% uit koolstof. Het overige deel is zuurstof (65%), waterstof (10%), natrium (3%) en de overige 4% bestaat uit onder andere calcium en magnesium. De mens krijgt koolstof vooral binnen door het eten van voedsel, waar het meehelpt aan het vormen van moleculen voor bijvoorbeeld het produceren van cellen. 

Koolstof speelt een fundamentele rol in onze dagelijkse toevoer en afvoer van energie. En het zit in producten zoals kolen en olie, waar het zich door verbranding bindt aan zuurstof. Het koolstofatoom heeft een belangrijke rol gespeeld in de industriële revolutie die niet alleen voor onze welvaart heeft gezorgd maar ook voor de klimaatopwarming. In die vorm kennen wij het tegenwoordig beter als het broeikasgas CO2 dat een negatieve invloed heeft op de opwarming van de aarde. Op zichzelf is CO2 geen gevaarlijke stof, maar in de hoeveelheden die de mens door fossiele brandstoffen de lucht in stoot zorgt voor een verstoring van de balans. Zoals de arts Paracelsus (1493-1541) ooit eens stelde: ‘Alleen de dosis maakt het vergif’.

De koolstofatomen uit mijn potje inkt hebben al miljarden jaren rondgezworven over de aarde voordat ze op een stuk papier belanden. Ze werden zo’n 4.5 miljard jaar geleden geboren in de zon, net zoals de meeste andere elementen, waar ze door enorme druk en temperaturen ontstonden uit kernfusie. De koolstofatomen werden samen met allerlei andere elementen zoals ijzeratomen, zuurstofatomen, silicium-atomen het zich vormende zonnestelsel ingeblazen, waar ze door de druk van zwaartekracht samen naar verloop van tijd planeten vormden zoals de aarde.

Sommige koolstofatomen kwamen terecht in het binnenste van onze planeet, waar ze vele eeuwen bleven zitten. Sommigen zaten in kalkgesteente, anderen vormden diep in de aardkorst diamanten. De meer gelukkige koolstofatomen kwamen terecht in de kringloop van onze planeet en vormden complexere verbindingen met andere atomen. Ze vormden de eerste levensvormen of belanden in de atmosfeer waar sommigen een tijdelijk trio vormden met zuurstof. Die werden vaak opgenomen door planten of bomen, waar ze een rol speelden in het proces van fotosynthese. Die planten werden dan weer opgegeten door dieren zoals mensen, waar de koolstofatomen in het lichaam nieuwe verbindingen aangingen en structuren zoals cellen gingen vormen. Misschien werden sommige takken van de bomen verbrand, waardoor jager-verzamelaars houtskool ontdekten en de eerste grootschilderingen maakten. Andere koolstofatomen bleven miljarden jaren rondzwerven en belanden uiteindelijk in een potje inkt dat gekocht werd door een tekenaar uit Nederland. Je zou kunnen zeggen dat dat potje inkt een potje sterrenstof is.

Een koolstofatoom is enorm klein: gemiddeld ongeveer 10-11 meter. Om het wat beeldender uit te drukken: de breedte van een gemiddelde mensenhaar (ca. 0,18-0.28 millimeter) is ongeveer even breed als een half miljoen atomen op een rij. In één puntje uit mijn tekeningen, dat een diameter heeft van ongeveer 0,3 mm, passen met gemak miljoenen koolstofatomen. Je zou gerust kunnen stellen dat er op één tekening, bijvoorbeeld ‘Nurturing thoughts’, meer koolstofatomen zitten dan dat er in de afgelopen 300 jaar wereldwijd potjes Oost-Indische inkt zijn geproduceerd en verkocht.

Misschien hebben de koolstofatomen die uit mijn potje inkt op het papier zijn beland en waar je straks naar kijkt ooit toebehoord aan een ander menselijk lichaam. De kans is groot dat enkele atomen ooit deel uit maakten van beroemdheden zoals Cleopatra of Galileo Galilei. Misschien komen sommige koolstofatomen uit mijn potje inkt uit het lichaam Democritus (460-370 v. Chr), de Griekse presocratische filosoof die de eerste atoomtheorie formuleerde – wat mij een bijzonder prettige ironie lijkt.