[Bovenstaande foto: Gert Wijlage opent een tentoonstelling, 2016]
Eerder deze maand vond de laatste bijeenkomst van DeFKa plaats in het Drents Archief. Na ruim dertig jaar een belangrijke aanjager te zijn geweest voor hedendaagse kunst, houdt het op te bestaan.
Sinds de jaren negentig was het ‘Departement voor Filosofie en Kunst Assen’ actief onder de bezielende leiding van Gert Wijlage en Adrie Krijgsman. Zij organiseerden exposities, lezingen, poëziebijeenkomsten en verzorgden allerlei publicaties over kunst, filosofie en wetenschap. Vanaf 2013 bestierden zij de presentatie-instelling SMAHK, het Stedelijk Museum Assen, dat gehuisvest was in een oud schoolgebouw aan de Venestraat – waar klimop door de ramen naar binnen groeide.
Sinds 2014 was ik kind aan huis bij DeFKa. Ik kwam er regelmatig een kop koffie halen, posters voor poëzie-evenementen ophangen, of wat op de oude piano spelen. Daarnaast mocht ik er regelmatig optreden, met essays bijdragen aan publicaties en deelnemen aan exposities. Het hoogtepunt voor mij als tekenaar was mijn expositie ‘Inkism’ in 2022 in het gebouw aan de C.T. Storkweg.
Maar minstens even belangrijk was het sociale aspect van DeFKa. Ik leerde er allerlei mensen kennen – van wie sommigen vrienden voor het leven zijn geworden – en kwam er in aanraking met nieuwe ideeën over kunst en filosofie. Met Gert en Adrie kon ik altijd goed praten over mijn ideeën en plannen (waar zij oprecht en kritisch op reageerden) en de lol en noodzaak van hedendaagse kunst in een complexe wereld. Er was ruimte om te experimenteren – met het idee in het achterhoofd dat goede kunst soms eerst moet mislukken.
DeFKa’s laatste publicatie, ‘Inventaris’, geeft een fraai en compleet overzicht van wat er allemaal is gedaan sinds 1994. Ruim 300 activiteiten, bestaande uit tentoonstellingen, lezingen en bijeenkomsten. Bijna 70 publicaties, waaronder het periodieke tijdschrift ‘Defka Research SC’ dat sinds 2020 verscheen en waaraan kunstenaars en theoretici (visuele) essays konden bijdragen.
Het is nauwelijks te overschatten hoe belangrijk een instituut als DeFKa is voor (jonge) kunstenaars die na hun afstuderen in de zwarte gaten van de samenleving terechtkomen. Assen heeft weliswaar een paar mooie gebouwen waar mensen de gebruikelijke vormen van kunst kunnen consumeren, maar nauwelijks ruimte waar kunstenaars zich kunnen ontwikkelen. DeFKa’s credo was altijd: vóór kunstenaars, door kunstenaars, en niet het hippe ‘voor het publiek.’